De helft van mijn kinderloos leven. Minimaal. Zo lang al. Nooit zou ik kinderen krijgen. En nooit was nooit. Mijn hormoonlevels. Zo uit balans. Zelfs spuiten zou niet helpen. De balans herstellen. Dat ging ook daar niet mee. Zo verzekerde ze mij. In Bernhoven.

Eerst Lips. Gynaecoloog Bernhoven. Daarna Ruis. Henk Ruis. Geen onbekende. Hij kwam in opspraak Met zijn kliniek. Voor vruchtbaarheid. Toen nog gewoon gynaecoloog. De mijne. Bijzondere man. Ik mocht hem. Zijn bevlogenheid. Passie. Zijn honger naar kennis. We waren gewaagd. Aan elkaar. ‘Van Heeswijk, neem nou van mij aan dat jij NOOIT kinderen zult krijgen’. Dat zei hij vaak. Als ik iets gelezen had. Over behandelingen. Van PCO. Oestogeendominantie, Amenorroe of endometriose.

Begin 2001. Carnaval in Ivrea. Italië. Sinaasappels gooien. Fenomenaal. En werken. In Torino. Wie Italië zegt, zegt eten. Lekker eten. Ook in Torino. We liepen binnen. In het restaurant. Hij zat aan een tafel. Achterin. Een Tarotkaart lezer. Hij wilde kaart leggen. Tuurlijk dacht ik. KASSA. Met Alfredo (Italiaanse ex) als tolk. Ik nam plaats. Ik mocht wat vragen. En hij zou vertellen. Over mij. Mijn toekomst. Zijn voorspelling? Ik zou moeder worden. Van een zoon. Op mijn 34ste levensjaar. Lachend gingen we. Bespottelijk. Zie je wel. Geldklopperij. Dat zeiden we.

Totdat, 29 april 2002. Ik was er weer. In het ziekenhuis. Op controle. Had vage klachten. Zoals zo vaak. Dus weer een echo. Eerst inwendig. Ik keek naar Ruis. Hij keek. Op de monitor. Hij trok wit weg. Uitwendige echo. En toen ‘Wat zou je ervan vinden als je zwanger bent en niet zo’n beetje ook’. Een lachsalvo. Die volgde. Met de woorden ‘Dat kan toch niet’. ‘Dat dacht ik ook’ zei hij. Kleed je aan. Ik zit hiernaast. Weg was hij.

Daar zat hij. Hoofd gebogen. Kaartje voor zich. Hij speelde ermee. Vluchtig keek hij op. ‘Je bent ruim 22 weken zwanger. Kom morgen terug. Als je abortus wil moet dat snel. Overmorgen trouwens. Morgen is het Koninginnedag. Maak maar een afspraak bij de assistent. Hij stond op. Verontschuldigde zich. En weer vertrok hij.

Vier maanden later. Op de 26ste. 26 augustus kwam hij. Werd hij gehaald. Dat klein wonder. Van 3980 gram. Met een bos donker haar. En de arts? Die deed afstand. Van mij. Als patiënt. Eén keer nog, sprak ik hem. Nooit was iemand zo blij. Blij met een blunder. Een medische blunder. Blij als ik. Want Mec. Onvoorwaardelijke liefde.

Hieperdepiep hoera lieverd. 17 jaar al mijn nummer 1. Fijne verjaardag

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *