In het pand waar ik (nog even) werk zitten meerdere organisaties. Ik dacht nog ‘ff’ snel wat kletsen met collega’s voordat ik boodschappen doe. En net toen ik aanstalten maakte zag ik in mijn ooghoek X voorbij komen. Hij is van de Heemkundekring. Hem moest ik hebben. Ik ‘gooi’ mijn hoofd het hoekje om en roep hem toe : X, heb je mijn mailtje al gelezen? Nope, hij had nog niets gezien.
We spreken kort wat over de expositie van Heemkunde materiaal dat UITpunt wil gebruiken. Terwijl ik de ruimte inloop zie ik enkele prachtige foto’s van de tweede wereldoorlog. Op één daarvan een grote groep Engelse soldaten die direct na de bevrijding van Veghel op 17 september 1944 uitbliezen op de Markt. Dezelfde Markt als hierboven. Met op de achtergrond die prachtige kerk van Pierre Cuypers. Mijn werkplek, nog even.
Lang en veel spraken we over de oorlog. Eigenlijk sprak X vooral en ik luisterde aandachtig. Zat er op, of in de buurt van, de Markt niet een vrouw die onderduikers had? Een vrouw die totaal verkeerd begrepen werd? Dat vroeg ik X. Het verhaal klopte. Het ging over een dame van Duitse komaf, Paula. Zij was getrouwd met een Hollander en was neergestreken in Veghel. Boven haar boekwinkeltje hielp ze enkelen onderduiken. Maar omdat ze Duitse was kwamen veel Duitsers bij haar regelmatig of vaak op de koffie. Dat laatste zette kwaad bloed.
Het verhaal gaat dat ze een kabouter in de etalage had staan. Keek de kabouter naar links dan was de kust veilig. Keek hij naar rechts dan kon men beter maar wegblijven. Zo ongeveer.
Van X begreep ik dat haar afkomst zwaarder woog dan haar daden. Het blijft toch raar hoe we soms dingen aan elkaar verbinden die niet relevant zijn. Het spijt me dat ze niet werd begrepen want ze was eigenlijk gewoon een held, een Duitse.