Onze bank. De grote blauwe bank. En de eettafel. Dat zijn de plekken. Onze ‘ontmoetingsplekken’. Tegenwoordig dan. Daar gebeurd het. Daar zijn we nog ‘moeder en kind’. Weinig gekibbel. Ondanks onze transitie-teit/tijd. De zijne. De puberteit. De mijne. De meno-pauze.
De beste plek. Die heb ik. Op de bank bedoel ik. Mec ligt/zit naast me. Gelukkig! Die hele lange benen. Die liggen op mij! Geen voetveeg. Maar voetenbank. Dat ben ik. Voor hem dan. Het ligt lekkerder. Plaats zat hoor. Op de bank. Toch doet hij het zo. Lief maar onhandig.
Veghelse gratis markt. Een Facebook groep. Ik scrolde er doorheen. Daar was hij. Een voetenbank. Zwart en leer. Gratis. Daar ben ik van. Het gratis. En goed is goed. Die is van mij. Dus reageerde ik. ‘Kom maar halen’. Dat schreef ze. Via messenger. We spraken af. In de middag. Ik reed er heen. Samen met Mec. Na een middagje Uden.
Mec is 17. Die bleef zitten. In de auto. Uiteraard. Ik liep naar nr. 22. In Veghel. Belde aan. Honden sloegen aan. De deur ging open .Eerst die snoet. Van een collie. Toen een vrouw. Vriendelijk ogend. Met een glimlach. Voetenbank in de hal. Tussen ons in.
Haar gezicht betrok. Hand op de kin. ‘Uhhh, Donja toch?’. ‘Uhhh, ja :-)’- ‘Van Ton?’ vroeg ze. ‘Klopt, van Ton’ zei ik. ‘En Bet…uhh’. ‘Betty, vulde ik aan’ ‘Ja Betty, zo was het’. ‘Goh’. Toen zei ze. ‘Ik heb jou pap gegeven als baby en in badje gedaan.’ Haar trekken verzachten. ‘Oh, wat leuk’ zei ik. Hoe oud was je dan? Toen je dat deed? Hoe kwam het? Was je een buurmeisje?
Ik was 14/15. Via een advertentie. Ik woonde op ‘t Zuid. Vervolgde ze. Goede herinneringen. Die blijven bij. Jouw ogen ook. Als baby al. Je hebt het nog steeds. Die ogen….. Wow, wow, wow, dacht ik. Ze vertelde: Ik kwam in de ochtend. Je zat in je stoeltje. Ik moest je pap geven. En in badje doen. Je moeder was vaak weg. Je vader zag ik bijna nooit. Ik zat soms hele dagen alleen. Met jou en je broertje. Ik luisterde ademloos. Toen je reageerde. Ik dacht ‘Zou het’. Ik ken namelijk maar 1 Donja. Dat ben jij. Ze opende de tussendeur. Enthousiast zei ze ‘Ze is het, je weet wel Donja.’. Je mag wel binnenkomen.
Het ratelde. In mijn hoofd. Altijd eigenlijk wel. Jeetje, Laurens en ik. We werden alleen gelaten. De hele dag. Met een 14/15 jarige. Zij had de zorg. Over 2 kindjes onder 3 jaar. Pffff. Ik weet. Andere tijden. Andere mentaliteit. Toch confronterend.
Mec moest uit de auto. Even kennismaken. Met deze vrouw. De lieverd. Even delen. ‘Ons verhaal/verleden’We kletste nog. Over haar leven. Haar gezin. Haar honden. En het voetenbankje. Die avond. Lagen Mec’s voeten daar. Op dat bankje. Een bankje, met een bijzonder verhaal.
Toeval…..het bestaat niet.